N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spitsuur Saskia is bijna altijd wel fit genoeg om een marathon te lopen, en wil dat nog weleens op de Noordpool doen. Haar vriend René houdt meer van warme landen.
René en Saskia eten lokaal geproduceerd vlees en eieren van eigen kippen. Foto David Galjaard
Saskia: „Van warm weer ga je lummelen. Ik zie mezelf niet snel een week aan het strand liggen. Daarom ga ik in de zomer liever naar koude bestemmingen, waar mogelijk met nachtelijke vrieskou. Groenland, Spitsbergen, of ergens hoog in de bergen. Lekker wandelen. Fotograferen, mensen ontmoeten. Hoe hoger ik in de bergen kom en hoe kouder het wordt, hoe beter ik me voel. Boven in de bergen zijn de omstandigheden zwaarder en ik vind het mooi te zien hoe mijn lichaam daarop reageert. Het is een geweldige test voor je lijf.”
René: „Ik ben van mezelf niet zo van de koude vakantiebestemmingen. We zijn samen naar IJsland en Nepal geweest. Dat was heel koud en ik vond het supertof. Maar als ik alleen op vakantie ga, ga ik naar Spanje of Italië. Lekker warme landen!”
Saskia: „Ik houd van Centraal-Azië. Noord-Pakistan, Tadzjikistan, Noord-Afghanistan. Ik vind de bergen daar heel mooi en heb vaak bijzondere ontmoetingen. Zo heb ik ook mensen leren kennen die een lokale organisatie hebben opgezet voor vrouwen en meisjes in Afghanistan. Die ondersteun ik nu financieel.”
René: „Soms weet Saskia me mee te krijgen naar zo’n koude bestemming, soms niet. Deze zomer wel. Eind augustus gaan we naar Patagonië. Saskia gaat daar een hele marathon lopen, in de bergen, en ik een halve. En we wandelen nog een week door de bergen met een tent.”
Saskia: „Onze eerste date was tijdens het hardlopen. Een gemeenschappelijke vriend zei: ga mee rennen, ik loop voorop in mijn tempo, en dan kunnen jullie twee in een rustiger tempo achter mij aan hollen.”
René: „Daarna zijn we eens gaan klimmen in een klimhal. Dat was de tweede date.”
Saskia: „En toen zei ik: ik ga binnenkort naar Finland, ga je mee?”
René: „En ik ging mee.”
Saskia: „Sinds 2015 zijn we samen.”
René: „Door Saskia ben ik de kou wel meer gaan waarderen. We zijn begin deze winter ook begonnen met ‘dippen’ in de Amstel, elke week iets langer.”
Saskia: „Ik kan nu vijf minuten in het ijskoude water blijven. Ik doe het al langer. Mijn eerste keer was in 2008 in Noorwegen. Op Spitsbergen, in 2013, liepen we de hele dag door de kou en de regen, en je kon nergens douchen. De enige manier om je te wassen was door de zee of een meer in te duiken tussen de ijsschotsen. Dus dat heb ik toen gedaan.”
René: „Ik was vroeger nooit zo van de ijsbaden, behalve af en toe een nieuwjaarsduik. Nu wel. In de zomer zwemmen we in de Amstel – we wonen in Nieuwveen, bij Nieuwkoop. We lopen dan vanaf ons huis vier kilometer naar de Amstel, dan zwemmen we een kilometer en dan lopen we weer terug.”
Voetbalcommentator voor blinden
Saskia: „Ik ben beleidsadviseur en sinds 2022 gemeenteraadslid in Nieuwkoop voor de VVD.”
René: „Ik ben verkoper bij een groothandel, maar daarnaast steeds vaker actief als freelance sportcommentator. Die bijbaan begon ooit met een voetbalblessure. In die periode kon ik mijn competitieve ei niet kwijt. Ik ben toen gaan gamen, in 2004. En al snel toernooien gaan spelen. Zo ben ik actief geworden als commentator voor game-toernooien. Dat werd steeds serieuzer en vanaf 2018 werd ik ook gevraagd als commentator voor de blindentribune bij voetbalwedstrijden.”
Saskia: „Want bij voetbalwedstrijden is er vaak een speciale tribune voor blinden en slechtzienden.”
René: „Ik begon bij AZ en Willem II. Sinds kort mag ik ook wedstrijden van het Nederlands elftal becommentariëren. Dat vind ik natuurlijk fantastisch. Ik doe het inmiddels ook voor de radio en voor online, onder meer voor DPG Media. Als er beeld bij is, kun je veel rustiger praten en wat meer analyseren. Als het voor radio is of voor blinden ben je meestal met zijn tweeën. Zodat je mekaar kunt afwisselen.”
Saskia: „Radiocommentaar is leuker dan tv-commentaar, vinden wij. We zijn opgegroeid met het radiocommentaar van Jack van Gelder.”
René: „We hebben geen kinderen. Dat is een bewuste keuze. Als je het doet, moet je het goed doen. We doen zo veel leuke dingen allebei. Ik ben sportcommentator, Sas is gemeenteraadslid, we reizen veel, sporten veel. Met kinderen zou dat lang niet zo makkelijk kunnen.”
Marathon op de Noordpool
Saskia: „Ik werk graag in de moestuin. De groente en het fruit maak ik in. Zo kunnen we er ook in de winter van eten. Op dit moment hebben we zo veel courgettes dat we ze aan iedereen uitdelen.”
René: „Wij zijn heel klimaatbewust. We hebben zonnepanelen en een warmtepomp en we vangen het douchewater op.”
Saskia: „En we doen zo veel mogelijk op de fiets of wandelend.”
René: „Ik fiets elke dag naar mijn werk, 10 kilometer.”
Saskia: „Mijn werk is verder weg, 25 kilometer, ik probeer dat eens per week op de fiets te doen. Ik vind hardlopen heerlijk. Gewoon de ene voet voor de andere zetten. En je hoort alleen plof-plof. Dat is meditatief.”
René: „Sas loopt nu elke zondag een afstand van 30 kilometer.”
Saskia: „Afgelopen zondag nog gedaan. Ik sta er om half zes voor op. Een van mijn dromen is een marathon op alle continenten gelopen te hebben en ook eentje op de Noordpool. En ik wil de K2 [op de Pakistaans-Chinese grens] beklimmen, dat is na Mount Everest de hoogste berg ter wereld. Ik ben daar al eens geweest. Hij ligt daar zo mooi statig. En de klim is technisch uitdagend.”
René: „Mijn droom is ooit een WK-wedstrijd van het Nederlands elftal te mogen becommentariëren. Verder hebben we al een droomleven.”
In Spitsuur vertellen stellen en singles hoe zij werk en privé combineren. Meedoen? Mail naar [email protected]
Voor 19 euro naar Barcelona is al lang verleden tijd. Dure kerosine, hogere vliegtaks, Europese CO2-rechten, stijgende salarissen voor de bemanning, forse havengelden op Schiphol – vaarwel spotgoedkoop vliegticket.
En nu is, voor het eerst sinds de budgetmaatschappijen in de jaren negentig naar Nederland kwamen, het deel van de passagiers dat met bedrijven als easyJet, Ryanair, Transavia en Vueling vliegt gedaald.
Dat blijkt uit cijfers over de luchtvaart in Nederland die statistiekbureau CBS dinsdag heeft gepubliceerd. Het heeft specifiek in kaart gebracht hoeveel van en naar Nederland wordt gevlogen met zogeheten lowcost-maatschappijen.
In 2024 koos ruim 36 procent van de passagiers van en naar Nederland voor een budgetmaatschappij. Een jaar eerder was dat ruim 37 procent. In 2004 was het aandeel van de budgetmaatschappijen nog 20 procent.
Trendbreuk
Die daling in het afgelopen jaar is weliswaar klein, maar vormt wel degelijk een trendbreuk. Sinds de liberalisering van het Europese luchtruim in 1993 veroverden lowcost-maatschappijen onafgebroken marktaandeel. Dat wil zeggen: in ‘normale’ jaren, niet tijdens de coronacrisis.
Volgens het CBS reisden vorig jaar 27,8 miljoen passagiers van of naar een Nederlandse luchthaven met een budgetmaatschappij. ‘Traditionele’ maatschappijen als KLM vervoerden in 2024 48,4 miljoen passagiers van en naar Schiphol en de kleinere vliegvelden in Nederland.
Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Italië waren de populairste bestemmingen met een budgetticket, aldus het CBS. Traditionele maatschappijen brengen reizigers vooral naar de VS, (ook) het VK en Duitsland.
Waardoor budgetmaatschappijen vorig jaar wat marktaandeel hebben verloren in Nederland, meldt het CBS niet. Wie kijkt naar het buitenland, kan wel enkele verklaringen zien.
De budgetmaatschappijen hadden in Nederland altijd al een kleiner marktaandeel dan elders. In het VK hebben Ryanair, easyJet en andere lowcost-maatschappijen een aandeel van ruim boven 50 procent, net als in Spanje en Italië. In Polen zijn met name Ryanair en Wizz Air goed voor circa twee derde van alle vluchten.
Hub Schiphol
Het relatief beperkte marktaandeel in Nederland komt vooral door Schiphol. De Amsterdamse luchthaven is een van Europa’s grootste hub-vliegvelden, met KLM als dominante speler. Bij zo’n draaischijf gaat het meer om overstappers (transferpassagiers) dan om passagiers die de luchthaven als directe bestemming hebben, zoals een zonnige stad in Zuid-Europa – point-to-point, in luchtvaartjargon.
Budgetmaatschappijen op Schiphol klagen vaak dat veel investeringen in Amsterdam met name ten goede komen aan KLM en partners zoals Air France en Delta Air Lines. EasyJet is al jaren ontevreden over de kwaliteit van de pier die de maatschappij op Schiphol gebruikt. Verder zijn de vliegtaks en de vergoeding die luchtvaartmaatschappijen moeten betalen per passagier (havengelden) lager voor transferpassagiers. Daarvan profiteert KLM (50 tot 60 procent van alle KLM-passagiers zijn overstappers) meer dan easyJet en Ryanair.
Schiphol is bovendien vol – onder meer vanwege klimaat- en geluidsregels. Het geeft slechts mondjesmaat nieuwe start- en landingsrechten (slots) uit. Voor nieuwe luchtvaartmaatschappijen, ook de lowcost, kent Amsterdam nauwelijks ruimte. Het demissionaire kabinet begrensde Schiphol tot 468.000 vluchten per jaar.
Budgetvliegveld
Anders dan in het VK (Londen Stansted, Luton), Spanje (Girona, Alicante) en Duitsland (Weeze) kent Nederland geen grote vliegvelden specifiek voor budgetmaatschappijen. Eindhoven, veel bediend door Transavia en Ryanair, zit ook aan zijn plafond. En Lelystad Airport is (nog) niet open. Dit is overigens belangrijker voor Ryanair, dat steevast kiest voor goedkope, secundaire vliegvelden, dan voor easyJet, dat op de belangrijkste luchthavens wil blijven vliegen.
Tot slot hebben Nederlandse passagiers net over de grens populaire uitwijkmogelijkheden. Volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM) koos vorig jaar 13 procent van de vliegende Nederlanders voor een nabije buitenlandse luchthaven net. Het gaat dan bijvoorbeeld om Düsseldorf, Brussel of Weeze, net over de grens bij Venray.
Intussen staat het verdienmodel van de budgetmaatschappijen onder druk. Een bedrijf als Ryanair lijkt zijn kosten weliswaar veel beter dan bijvoorbeeld KLM in de hand te houden, maar het verschil met traditionele vliegbedrijven wordt kleiner. Die laatste bieden inmiddels lager geprijsde tickets doordat ze passagiers nu ook laten bijbetalen voor dienstverlening aan boord, zoals stoelreservering, eten en drinken, of hun bagage. Transavia introduceerde in 2024 betaling voor handbagage; dat bracht vorig jaar meer dan 100 miljoen euro op. Voor KLM zijn deze extra inkomsten ook zeer welkom.
Gratis koffer
Deze verborgen kosten van een vlucht krijgen steeds meer kritiek. Niet alleen van passagiers en consumentenorganisaties, ook vanuit Brussel. Het Europees Parlement werkt aan nieuw beleid voor passagiersrechten. Zo zouden reizigers te allen tijde het recht moeten hebben een stuk handbagage van maximaal 7 kilogram gratis mee te nemen in de cabine.
Het voorstel stuit op grote weerstand van de luchtvaartmaatschappijen. Hun passagiers willen juist de keuze hebben een ticket ‘met of zonder bagage’ te kopen, betogen ze. Anders drijft het Europese beleid de prijzen alleen maar op. Met een ‘gratis’ koffer, verrekend in de tarieven, wordt dat ticket naar Barcelona zeker duurder dan 19 euro.
Roland Boekhout zegt het in een onopvallende bijzin: staatsbank de Volksbank werd bedreigd in haar voortbestaan op het moment dat hij er ruim een jaar geleden aantrad als hoogste baas.
Niet wat betreft financiën zoals dertien jaar geleden, toen de bank gered werd door de Nederlandse staat. Maar de bank, moederbedrijf van SNS, Regiobank, ASN en BLG Wonen, voldeed bij zijn aantreden volgens Boekhout niet aan de „randvoorwaarden als systeemrelevante bank”. Boekhout: „Als je niet aan de spelregels voldoet, dan kan het zo zijn dat je op een gegeven moment uit het spel gehaald wordt.”
Boekhout doelt daarmee op de taak van banken om klanten en transacties te controleren op witwassen en op de verplichting voor een bank om haar risico’s goed te beheersen. Op beide vlakken schoot de Volksbank de afgelopen jaren tekort. De bank kreeg daar afgelopen januari zelfs boetes voor van De Nederlandsche Bank: één van vijf miljoen euro omdat de bank faalde in haar anti-witwasbeleid. En nog een van vijftien miljoen euro omdat de bank volgens de toezichthouder „een zeer lange periode”(2018-2023) „significant” tekort is geschoten in haar risicomanagement. Dat raakt „de kern van de bedrijfsvoering”, aldus DNB.
De in Zuid-Afrika geboren Boekhout (1963) is inmiddels ruim een jaar de hoogste baas bij de Volksbank, en in een gesprek met NRC kijkt hij terug: op de gebreken die hij aantrof, hoe die volgens hem veroorzaakt waren en hoe hij nu denkt dat de bank wél goed gaat functioneren. Ook kijkt hij naar de bemoeienis van de politiek, want met name de Tweede Kamer roerde zich afgelopen jaar over de toekomst van de staatsbank.
Waarom bent u gevraagd voor deze functie?
„Ik denk dat [de commissarissen] wel doorhadden dat er fundamentele bankzaken verbeterd konden worden. En dat iemand met uitgebreidere bankervaring handig was voor de bank in deze fase.”
Boekhout is van oorsprong een bankier die zowel voor consumenten als voor bedrijven werkt. Hij zat met zijn vrouw en vier kinderen veel in het buitenland: hij was werkzaam bij ING in onder meer Duitsland, Polen en Mexico en werkte bij de Duitse Commerzbank. Toen hij anderhalf jaar geleden op zoek was naar een uitvoerende functie bij een bank, dacht hij eerder aan een internationale bank dan de louter in Nederland actieve consumentenbank waar president-commissaris Gerard van Olphen hem voor probeerde te interesseren. Van Olphen overtuigde hem. „En ik was best cynisch, hè? Ik kende de Volksbank amper, zag een stoffige staatsbank voor me die niet tot verandering bereid was.”
Onder leiding van Boekhout is de Volksbank in ieder geval aan het veranderen geslagen. Al binnen drie maanden na zijn aantreden kondigde hij een vereenvoudiging van het bedrijfsmodel aan. In november volgde het grootste besluit: het aantal vestigingen gaat van zeshonderd naar driehonderd, 15 procent van het personeel moet weg en vier van de vijf merken van de staatsbank worden geschrapt.
Deze dinsdag worden de beslissingen die Boekhout met zijn bestuur heeft ingezet ook zichtbaar voor het publiek: de ruim honderd vestigingen van grootste dochter SNS Bank hebben vanaf 1 juli de naam ASN Bank op de gevel. De vestigingen van Regiobank volgen later.
Als de bank niet aan de randvoorwaarden voldeed, waarom is Boekhout dan bij de Volksbank gaan werken? „Het fundament van een bank bestaat uit de kapitaalpositie en de liquiditeit. En die zijn hier ontzettend goed voor elkaar. De bank heeft hele sterke merken die goed scoren bij klanten. En ons vestigingennetwerk is uniek.” Dankzij franchiseondernemers (SNS) en financieel adviseurs (Regiobank) heeft de bank veel meer vestigingen – ook als het aantal naar beneden gaat – dan ING, Rabobank en ABN Amro.
De discussie of we een staatsbank moeten blijven is verrassend theoretisch: geen hond zou ons nu willen kopen
U zegt ‘mooie merken’, maar er blijft er straks maar één over.
„Ja, maar het is niet zo dat we de merken volledig elimineren. Het idee is dat waar de drie merken voor staan, ook voor het ASN-merk gaat gelden. Dus dat ASN niet alleen maar voor duurzaamheid staat, maar ook voor nabijheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
De toekomst van de Volksbank is al jaren een vraagteken: de conclusie is steeds dat de bank nog niet klaar is voor een zelfstandig bestaan. Het verdienmodel zou te onzeker zijn. De bank leunt grotendeels op rente-inkomsten uit hypotheken. Tegelijkertijd scoort de bank wel hoog bij klanten: de merken Regiobank, ASN en SNS scoren steevast hoog bij consumentenonderzoeken.
Lees ook
Klaas Knot waarschuwt Den Haag: blijf af van de termijn van de centrale bank
Was de Volksbank dan vooral goed in klantcontact en marketing, en minder goed in bankieren?
„De bank heeft zich heel goed weten te positioneren als een bank die meer in het vizier heeft dan aandeelhoudersrendement. Wat ik overtrokken vind, want andere banken zijn ook niet alleen met rendement bezig. Maar goed: vanuit marketingoogpunt is dat wel geslaagd.
„Nu moeten we de balans weer zien te vinden: ook meer oog hebben voor rendement. Zonder dat we overigens compromissen willen aangaan op die andere vlakken. De uitdaging is om aan te tonen dat dat kan.”
Hoe gaat het nu eigenlijk met dat bankieren?
„De goede kant op. We hebben de afdelingen voor risico en anti-witwassen volledig gereorganiseerd – daar werkten dingen immers onvoldoende, anders hadden we die boetes niet gekregen. Zij krijgen nu betere technische ondersteuning, zodat ze hun taken beter kunnen uitvoeren.”
Zorgde dan vooral IT voor de problemen bij risicomanagement en de witwasscreening?
„IT ja, maar ook data. Je hebt toegankelijke en complete gegevens nodig om klanten, transacties en risico’s te kunnen analyseren. Maar ook de risicocultuur in de organisatie speelde mee. Als jij het makkelijk maakt om klant te worden, dan lijk je lekker bezig. Maar als je er dan zes maanden later achter komt dat je bepaalde vragen niet heb gesteld in het proces, terwijl je de antwoorden wel nodig hebt om bijvoorbeeld te zien of sprake is van witwassen, dan heb je dat niet goed gedaan.
„Niemand kent alle toezichtsregels uit zijn hoofd, omdat het zo complex is geworden. Maar je moet er wel gevoel voor hebben. Denken: oeh, hier zou wel eens een regel voor kunnen bestaan. Als je dat niet hebt, dan zijn er heel veel vallen waar je in kan lopen bij een bank.”
Denken: oeh, hier zou wel eens een regel voor kunnen bestaan. Als je dat niet hebt, dan zijn er heel veel vallen waar je in kan lopen bij een bank.”
Maar rechtsvoorganger SNS Reaal is nota bene in 2013 door de staat gered vanwege te veel risico’s in vastgoedbeleggingen. Hoe kan dan de risicocultuur niet goed zijn?
„Ja, die redding veroorzaakte een shock. Maar mensen gaan door, blijven hetzelfde doen. Men zal niet door hebben gehad wat er nu precies mis was gegaan. En bankieren is veel complexer geworden sinds 2013. Wat betreft financieel toezicht, maar ook niet-financiële risico’s zijn groter geworden. Denk aan cyberaanvallen en hacks.”
De staat is eigenaar. Heeft de aandeelhouder wel streng genoeg meegekeken?
„Ja, ik denk het wel. De aandeelhouder staat natuurlijk op enige afstand. Die is geen toezichthouder. Het is heel moeilijk om als aandeelhouder zo diep in de keuken te kijken.”
De gehele cultuur van de bank moet volgens Boekhout op de schop. „Eén merk moet intern de mensen bij elkaar brengen. Want met verschillende merken binnen een bedrijf, krijg je verschillende bloedgroepen. En dan ontstaat er competitie. En dat leidt tot versnippering van je krachten.”
Mensen hebben hier extra motivatie. Ze willen niet alleen maar bankier zijn, maar ze hebben een hoger doel
Het schrappen van banen – circa zevenhonderd collega’s moeten momenteel omzien naar een andere baan – draagt volgens de bestuursvoorzitter ook bij aan de cultuuromslag. „Ontslag is niet leuk – ik vind het zelf ook moeilijk. Ik word wel een beetje geholpen door de arbeidsmarkt: ik heb geen zorgen dat deze mensen geen ander emplooi vinden. Maar toch: het is een vervelende, soms zelfs traumatische ervaring voor die mensen.
„Maar: de organisatie die overblijft is tot veel meer in staat. Een van de eerste dingen die ik constateerde toen ik binnenkwam: mensen hebben hier extra motivatie. Ze willen niet alleen maar bankier zijn, maar ze hebben een hoger doel. Duurzaamheid, maatschappelijk rendement, mensen ondersteunen in hun financiële zekerheid.
„Die motivatie zou er eigenlijk toe moeten leiden dat er een laag ziekteverzuim is. Alleen: wij hebben een hoger dan gemiddeld ziekteverzuim. Dat komt door de organisatie en het leiderschap. Als mensen het beste willen doen voor hun klanten, maar dat door zo’n ingewikkelde organisatie niet voor elkaar krijgen, en processen traag en stroperig zijn, dan raken mensen gedemotiveerd.
Staatsbank blijven?
Ondertussen is in Den Haag nog volop discussie over of de Volksbank nu wel of niet staatsbank moet blijven. Afgelopen najaar kreeg de bank van minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) de boodschap dat het zich in de komende drie tot vijf jaar moet voorbereiden op een onderhandse verkoop of beursgang. Maar een meerderheid in de Kamer is daar tegen; die vindt het een beter idee om één bank in staatshanden te houden.
Begin juni werd zelfs nog een motie aangenomen om de voorbereidingen voor privatisering te stoppen, in de veronderstelling dat daarmee ook minder vestigingen zouden worden gesloten en er minder ontslagen zouden vallen. Dat klopt echter niet, volgens Boekhout. „Onze transformatie is sowieso noodzakelijk en staat los van toekomstig eigenaarschap.”
Houden jullie er rekening mee dat jullie toch een staatsbank blijven?
„Of we nu de beste bank, of de beste staatsbank zijn – dat zien we dan wel weer. Eerst moeten we de beste bank worden die we kunnen zijn. Want de discussie is verrassend theoretisch: er is nu geen hond die ons wil kopen.
„Ook als je staatsbank bent, moet je niet terugvallen op de belastingbetaler als je wilt groeien. Dat is nu wel het geval, als we niet transformeren. Dat is niet de basis waarop je als organisatie wilt functioneren.
„Dat is wel een gevaar als je een staatsbank bent overigens. Dan is het genereren van een marktconform rendement geen drijfveer meer. Waardoor je misschien voor toezichtvereisten compromissen gaat accepteren. Dat hoort niet bij een professioneel instituut.”
Is dat een van de redenen achter de precaire situatie van de Volksbank?
„Het is niet helemaal uit te sluiten dat mensen zich toch misschien doelstellingen permitteerden die ver aflagen van wat vanuit toezichthouders of vanuit economisch perspectief minimumvereisten zijn.”
Blijf jij ceo als Volksbank een staatsbank blijft?
„Natuurlijk. Dat is niet mijn motivatie om hier wel of niet te zitten. Het zou wel een mooie kroon op het werk zijn, als we de bank voor een mooie vergoeding voor de belastingbetaler, voor al die steun die ze tien jaar aan dit instituut hebben gegeven, zouden kunnen verzelfstandigen.”
Een kleine twee weken voordat de door Donald Trump gestelde deadline van 9 juli voor handelsonderhandelingen met veel landen is verstreken, nemen de schermutselingen toe. Vrijdag staakte Trump de onderhandelingen tussen de VS en Canada; hij was boos omdat de Canadezen toen nog vasthielden aan hun belastingen op digitale diensten. Dit weekend gingen premier Mark Carney en zijn regering door de bocht en besloten ze deze belasting te schrappen om de onderhandelingen weer op de rails te krijgen. De Canadezen hopen nu Trump en Carney weer in gesprek gaan uiterlijk 21 juli – dus na de oorspronkelijke deadline – een overeenkomst met de VS te sluiten.
Dit spel zullen we vermoedelijk de komende tien dagen nog veel meer zien. Het dreigen van Trump, het staken van onderhandelingen en landen die hun eieren tellen.
Wat ons vanochtend verder in het nieuws opviel:
Hoe lang een arbeidsmigrant in Nederland blijft wordt volgens het CPB voor een belangrijk deel bepaald door iemands perspectieven op de arbeidsmarkt. Baanverlies leidt tot sneller vertrek en arbeidsmigranten met een hoger inkomen blijven langer.
Levensmiddelengigant Unilever gebruikt volgens de Consumentenbond op grote schaal misleidende duurzaamheidsclaims. De consumentenorganisatie zegt deze claims bij een eigen onderzoek op meer dan de helft van ruim 450 onderzochte producten te hebben aangetroffen en vraagt nu de Autoriteit Consument en Markt zo snel mogelijk op te treden.
TomTom gaat driehonderd banen schrappen, bijna een tiende van het totaal aantal banen bij de navigatiedienstverlener. De reorganisatie zal de verkoopafdelingen en ondersteunende functies raken, zo maakte het bedrijf vanochtend bekend.
Donald Trump zei in een interview met Fox News dat hij kopers voor TikTok heeft gevonden. Het zou gaan om een „groep zeer rijke mensen”.
Mark Carney en zijn vrouw toen ze vorige week op de NAVOtop aankwamen bij Huis ten Bosch.